Brombacher op SECSI: ‘Brug slaan tussen volksgezondheid en sportonderzoek'
Sportinnovator-centrum Sport Science Institute Groningen organiseerde op 13 april voor de derde keer het Science and Engineering Conference on Sports Innovation. Het congres stond in het teken van technologie en innovatie op het gebied van sport en bewegen. Namens Sportinnovator en het Topteam Sport was Aarnout Brombacher aanwezig.
‘SECSI’ werd na succesvolle edities in Amsterdam en Delft dit jaar in Groningen georganiseerd. Brombacher vertelt over het belang van de dag. "Het is dé plek waar sportwetenschappers, -onderzoekers, artsen en promovendi elkaar kunnen ontmoeten. De sportcommunity is al een vrij open onderzoekscommunity, maar het doel is de samenwerking nog meer te versterken."
Belangrijke thema’s tijdens de bijeenkomst zijn het delen van behaalde successen. Aarnout Brombacher: “Er werd een mooi voorbeeld besproken over Tom Dumoulin, die afgelopen jaar de Giro won. Het liet zien hoe de keuze voor een bepaalde tijdritfiets gestoeld was op wetenschappelijk onderzoek. Een renner kan denken: ik neem die fiets, want dat voelt goed, maar hij kan de keuze maken op basis van wetenschappelijk onderzoek naar die precieze omstandigheden. Nu wil ik niet zo onbescheiden zijn dat Dumoulin dankzij de wetenschap de Giro gewonnen heeft, maar het is een mooi succes.”
Watertorenoverleg
SECSI is niet alleen bedoeld om successen uit het verleden te vieren. Er wordt juist ook vooruit gekeken, bijvoorbeeld door bruggen te slaan met het onderwerp volksgezondheid en hoe Nederland op dat gebied nog kan verbeteren. “Twee belangrijke onderwerpen dit jaar zijn ‘Exercise is Medicine’ en ‘Een Leven Lang Bewegen.’ Een voorbeeld is hiervan de manier waarop we basisschoolkinderen lesgeven. Het is natuurlijk van de zotte dat kinderen de hele dag op een stoel zitten, terwijl het belang van bewegen en sporten al zo vaak is aangetoond. Op zo’n dag als vandaag zitten we dan met afgevaardigden van verschillende universiteiten samen om plannen te smeden hoe we daar verandering in kunnen brengen.”
Dat overleg tussen de universiteiten van Groningen, Delft, Leiden, Amsterdam, Utrecht, Eindhoven, waar Brombacher werkzaam is, de lectorenkamer van het Hogescholen Sport Overleg (HSO), ZonMw en het Topteam wordt het Watertorenoverleg genoemd. “Het mooie is dat ons veld, het sportonderzoek, elkaar helpt. We kijken in het Watertorenoverleg welke kennisinstelling de juiste expertise heeft en zo verdelen we de taken. Er is geen sprake van concurrentie in ons veld. Zo kunnen we snel tot goede resultaten komen. Hopelijk leggen we vandaag de basis voor het succesverhaal wat op de volgende SECSI gedeeld kan worden.”