Dafne Schippers kan tot aan WK-finale rekenen op directe feedback
De Nederlandse atleten die komende week aan het WK Atletiek (4-13 augustus) meedoen, zijn op Papendal optimaal voorbereid op hun toernooi. Paslengte, grondcontact, snelheid: alles werd uitvoerig gemeten en geanalyseerd op zoek naar verbeterpunten. Ook tijdens het WK gaat een embedded scientist mee die de races analyseert om tot aan de finale directe feedback te geven.
In de week voorafgaand aan het WK deden de sprinters niet veel meer. Het hoofddeel van een ochtendtraining bestond uit vier startjes. Maar die vier startjes in de sprinthal van de Arnhemhal op Papendal werden wel uitvoerig geanalyseerd door Sam Ballak, één van de embedded scientists van Sportcentrum Papendal. "Zo vlak voor een groot toernooi willen we de start goed in kaart brengen en vooral directe feedback geven op wat gaat goed gaat en wat niet. Zijn die eerste paar passen raak? Heeft Dafne Schippers na 30 meter de snelheid die ze wil hebben? Wat zijn de paslengtes? Zit er verschil in links en rechts? Op die factoren kun je dan nog inspelen."
Sprintdashboard
Voor die analyses maakt Ballak gebruik van OptoJump: een dertig meter lang systeem met twee stroken ledlampjes. "Wordt het signaal onderbroken dan weet het systeem dat er een voet wordt neergezet. Het registreert hoe lang het signaal wordt onderbroken. Je weet dan ook de contacttijd. Op die manier kun je van alles uitrekenen." De data van OptoJump is een van de systemen waarvan data wordt ingeladen in het Sprintdashboard, dat op Sportcentrum Papendal is ontwikkeld in samenwerking met Ortec en de Atletiekunie. Met dit dashboard kunnen coaches eenvoudig de ontwikkeling van hun atleet volgen.
Laatste details
Die data over paslengte en grondcontact zijn vooral in de voorbereiding belangrijk. "Bij het WK moeten ze hier niet meer mee bezig zijn. Maar tijdens de laatste trainingen kunnen de sprinters zo extra goed op de laatste details letten. Het doel van ons wetenschappers is dus om de kwaliteit van de training zo hoog mogelijk te maken."
Race-analyse tijdens WK
Tijdens het WK gaat Paul Brice, de embedded scientist van de Atletiekunie, mee om de races te analyseren. Bij de 100 meter sprint van Dafne Schippers zal hij op de tribune een goede plek moeten zoeken om precies bij het 30 meter punt te staan, legt Ballak uit. "De 100 meter wordt opgedeeld in drie stukken: de start tot 30 meter, daarna heb je 30-60 meter om te kijken of de maximale snelheid goed is. Het laatste stuk is minder interessant: daar moet je vooral de snelheid hoog houden. Aan de hand van bijvoorbeeld de pasfrequentie op die drie stukken kun je nog sturen. Bijvoorbeeld: op het eerste stuk moet de frequentie hoger."
"Het doel van ons wetenschappers is om de kwaliteit van de training zo hoog mogelijk te maken." - Sam Ballak (embedded scientist Sportcentrum Papendal.)
Lasercamera
De technische onderdelen zoals bijvoorbeeld het polsstokhoogspringen worden ook tijdens het WK geanalyseerd. Bij het NK Atletiek in Utrecht hadden Ballak en Brice de ruimte om hun meetapparatuur op te stellen. "Met een laser vergelijkbaar met wat de politie naast de snelweg heeft staan, stonden we direct achter de atleet. Op die manier konden we de aanloopsnelheid meten. Dat combineerden we met camera's op andere plaatsen " In Londen zal Brice soortgelijke analyses proberen uit te voeren. Datzelfde geldt voor de meerkamp, waar Brice al veel expertise in heeft opgedaan om dat goed te analyseren. De technische onderdelen vragen in de analyse iedere keer weer een ander focuspunt, zegt Ballak. "Bij sprinters kijk je naar andere dingen dan bij verspringers.”
Ideale conditie creëren
Ballak vindt zichzelf niet medebepalend voor het succes van de atleten. "Dat wordt misschien wel voor 95 % bepaald door de atleet, een paar procent door de coach en een heel klein beetje door ons. Het is wel de bedoeling dat wij met onze ondersteuning iets kunnen bijdragen. Hoeveel dat is weet ik echter niet. Het gaat ook niet om hoeveel, het gaat er om dat wij voor hen de ideale condities creëren."
Meer info: