In 2020 lanceerde ZonMw in samenwerking met Sportinnovator een nieuw concept. ‘Living labs’ zijn, anders dan traditionele laboratoria, real life experimenteerruimtes. Gewoon in woonwijken, parken en andere buitenruimtes dus en in contact met de lokale betrokkenen met als doel om sport en bewegen te stimuleren. Ruim twee jaar later formuleerden een aantal ‘labregisseurs’ (projectleiders) de vijf principes van goed functionerende living labs. Wij zetten deze op een rij.
1. Werken met sociale innovatie
Innoveren is al een uitdaging en innoveren op sociaal gebied is dat misschien nog wel meer. Helder hebben in wat voor een omgeving je je begeeft, is cruciaal om ook daadwerkelijk te kunnen aanhaken bij wat er onder bewoners leeft, aldus labregisseur Jan. ‘Pas dan kan je als labregisseur zien waar de omgeving behoefte aan heeft, in plaats van dat je dat doet vanachter de tekentafel en zonder in contact te zijn met de doelgroep. Door betrokkenheid van buurtbewoners te stimuleren, goed te luisteren naar hun behoeften en wensen en daarover in gesprek te blijven, is de kans op succes het grootst. Drink dus geregeld koffie met buurtbewoners, loop door de wijk rond of kom op andere manieren met betrokkenen in contact.’
2. Onderschat de rol van de labregisseur niet
Bij een living lab zijn vaak vier soorten partijen betrokken: overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen en bewoners. Voor een labregisseur is het kunnen dragen van meerdere petten daarom bijna een noodzaak.
Pijke den Ambtman is labregisseur van het living lab in Oss en docent Sports, Health Promotion & Performance aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen: ‘Als labregisseur ben je betrokken bij beleid, uitvoer en communicatie binnen verschillende organisaties. Je moet lef hebben, op alle niveaus kunnen schakelen, onafhankelijk zijn, overzicht behouden en het proces kennen. Ook is het belangrijk om te weten wanneer je de kennis in huis hebt of juist bij iemand anders moet ophalen. Soms is het voor het project nodig om bepaalde mensen aan tafel te krijgen, al hebben die daar geen tijd voor. Hen ertoe bewegen toch aan te schuiven, is nu en dan gewoon geen keuze.’
3. Zorg voor verankering
Een experiment uitvoeren is één, de resultaten ervan laten beklijven is een tweede. Volgens Sanne Cobussen, labregisseur van het living lab Lingewaard, is de truc om het temp van de omgeving te volgen om verankering op de lange termijn te bewerkstelligen. ‘De Lingewaard is een kleine gemeente. Daar is het extra belangrijk dat de bewoners zelf deelnemen aan de initiatieven, zich eigenaar voelen van het project en ook trots zijn op wat er gebeurt. Dat kan je doen door gebruik te maken van bestaande netwerken en initiatieven en die uit te bouwen bijvoorbeeld. Een feestelijke opening van een zichtbare verandering in de openbare ruimte, zoals een beweegtuin en structureel iets aan te bieden op een locatie, bijvoorbeeld een gymles, kunnen daarbij helpen.’
4. Wees flexibel
Dat flexibiliteit een groot goed is, is de afgelopen ‘Covid-jaren’ duidelijk gebleken. Ook voor succesvolle living labs is flexibiliteit belangrijk. Johan van Herpen is beleidsadviseur in de gemeente Rotterdam en werkt binnen een living lab op het gebied van esports aldaar. ‘Wij werken samen met een consortium met daarin onder andere maatschappelijke en commerciële partners en onderwijsinstellingen. Ook Rotterdam Topsport maakte hier deel van uit. Toen wij ons meer op breedtesport gingen richten, stapten zij uit, terwijl een bedrijf dat zich juist minder met top- en meer met breedtesport bezighoudt, aanhaakte.’
‘De lockdowns vergden ook flexibiliteit. We zijn meer digitaal gaan werken met de betrokkenen. Een FIFA-spel spelen tegen een andere sportvereniging kan ook online. Wees bovendien flexibel in het verdiepen en opschalen van een living lab. Een lab is nooit af. Een experiment kan altijd weer overgaan in een andere vorm of op een andere plek. En last but not least: de uitkomst van het experiment kan een andere zijn dan vooraf ge- of bedacht. Een beleidsmaker kan het idee hebben om ergens een skatepark aan te leggen, maar misschien bestaat er vanuit de buurt wel meer behoefte aan een wandelroute of speeltuin voor jongere kinderen. Sta daar open voor.’
5. Deel successen
Living labs leveren niet altijd (snel) resultaat op. Des te belangrijker is het volgens Petra Janssen, vanuit de gemeente Den Haag werkzaam aan labregisseur in het zuidwesten van de stad, om successen te vieren. ‘Begin klein en sta stil bij kleine successen. Wij doen dat onder andere door bewoners en geïnteresseerden zoveel mogelijk bij het project te betrekken via de lokale krant, sociale media, filmpjes en bijeenkomsten. Ook zoeken we zelf andere labs op. Het stadsdeel Zuidwest in Den Haag heeft 60.000 inwoners, maar het blijkt heel moeilijk hen in beweging te krijgen. Het stimuleert ons om te zien dat het in Rotterdam bijvoorbeeld al is gelukt om op ook een uitdagende plek dertig bewoners uit de doelgroep in beweging te hebben gekregen. Dat klinkt niet veel, maar ieder extra persoon telt.’
Meer informatie?
Op 14 april 2022 kwamen labregisseurs uit Nederland samen tijdens de Katapultdag in de Fokker Terminal in Den Haag. Zij deelden de vijf belangrijkste lessen van de Living Labs Sport en Bewegen en wisselden kennis uit. Het doel? Een versnelling geven aan de doorontwikkeling en verduurzaming van de bestaande labs en nieuwe labs helpen een vliegende start te maken. Bent u geïnteresseerd in het opzetten of verder ontwikkelen van een living lab op het gebied van sport en bewegen? Kijk dan op https://www.zonmw.nl/nl/onderz...