Leerlingen beoordelen is een vaste prik voor docenten. Ook in de gymzaal ontkomen docenten lichamelijke opvoeding niet aan het uitdelen van cijfers. Maar gaat dat er altijd eerlijk aan toe? Elk kind heeft tenslotte een ander startniveau. Bovendien moeten er veel beoordelingen worden gedaan in de gymzaal. Daar is verandering in gekomen met de uitvinding van de Sportfolio App. Leerlingen reflecteren en maken hun leerproces hiermee inzichtelijk.
Bedenker Sjors Elsinghorst is al jaren bezig met de ontwikkeling van de app. “Toen ik begon met lesgeven kreeg ik te horen dat we per periode vier cijfers moesten geven per leerling. Drie beweegvaardigheid cijfers en één voor inzet/gedrag. Ik voelde direct dat dat niet is hoe ik het graag voor me zag en ook aan de leerlingen merkte ik dat zij er niet gelukkig van werden. Toen ben ik me gaan inlezen en naar veel studiedagen gegaan. Daaruit concludeerde ik dat leerlingen veel meer bij het proces van de totstandkoming van een cijfer betrokken moeten worden. En toen was 1 en 1 voor mij 2 en ben ik de ontwikkeling van de app gestart. Dat deze nu in gebruik is, vind ik echt fantastisch.”
Het idee voor de (Sportfolio) App was niet nieuw, maar Elsinghorst was wel de eerste met de lange adem. “Ik ben nu, samen met mijn compagnon Jeffry Roest, zes jaar bezig hiermee. We hebben het helemaal zelf gedaan zonder subsidie. Ik ging naar mijn schoolleiding toe met het idee en heb gevraagd of we dat op mijn school konden starten. Daarvoor had ik wel wat geld nodig. Dat zagen zij niet zo zitten en zeiden dat ik terug moest komen wanneer ik wat meer kon laten zien. Ik ben samen met Jeffry Roest aan de slag gegaan en na één jaar waren we eigenlijk al zo ver dat ik mijn school niet meer nodig had.”
Daar heeft Elsinghorst wel wat voor moeten investeren. Zijn eigen spaargeld en tijd waarin hij normaal gesproken les zou geven. “De afgelopen twee jaar zijn we echt up and running. Er zijn nu ongeveer negentig scholen die gebruikmaken van de app en dat voelt heel erg goed.”
Het is bewezen dat het leerlingen meer aanspreekt. En ook voor docenten is het op deze manier een stuk prettiger werken.
Maar wat houdt de app dan precies in?
De Sportfolio App is een digitaal-ontwikkelportfolio voor leerlingen binnen het bewegingsonderwijs. Elsinghorst: “Leerlingen gebruiken de app om hun eigen ontwikkeldoelen te bepalen, deze te volgen en vervolgens zichzelf te scoren. Dat begint vanaf een nulmeting waarbij de leerlingen een video maken van de uit te voeren opdracht en deze vergelijken met een video na een aantal weken oefenen. Daarna reflecteren ze op dat proces. Op die manier doen leerlingen belangrijke interventies, zoals het zichtbaar maken van leren en het stellen van doelen. Het is bewezen dat dat ze meer aanspreekt. En ook voor docenten is het op deze manier een stuk prettiger werken.”
De gebruiker van de app zit niet vast in een bepaald stramien, maar kan het gebruik en de inrichting van de app zelf invullen. “Wij bepalen zeker niet hoe een docent les moet geven. Er kan bijvoorbeeld een instructievideo bij de uit te voeren oefening worden geplaatst, maar de docent kan er ook voor kiezen om die zelf voor te doen. Het moet een tool zijn die kan worden gebruikt om betekenisvol bezig te zijn.”
“De kern is dat je geen beoordelingen meer hoeft te geven als docent. Hij of zij bepaalt niet meer of de leerling heeft voldaan aan een bepaald eindniveau, maar kijkt naar het rendement van zijn/haar leerproces. Hierop kan de docent vervolgens de juiste interventies plegen om de leerling persoonlijk te begeleiden in zijn/haar eigen leerproces. Het is aan de leerling zelf om de ontwikkeling te monitoren en daar zelf iets van te vinden. Dat is veel waardevoller dan wanneer een docent zegt of hij/zij het wel/niet heeft gehaald. Maakt de leerling zelf die constatering, gebeurt er iets met de innerlijke motivatie van de leerling en dat is veel belangrijk. Bovendien kost dit de docent een stuk minder tijd.
Smartphone of tablet
Op (middelbare) scholen is het gebruiken van een mobiele telefoon tijdens de les uit den boze. Maar bij de gymles van Elsinghorst is het tegenovergestelde waar: “Een telefoon kan ideaal zijn om de app mee te gebruiken. Leerlingen hebben hun eigen profiel en kunnen daarmee inloggen in de app. Daarmee is een tablet natuurlijk ook een interessante optie, want nadat de leerling klaar is met zijn eigen beoordeling logt hij uit en kan de volgende de tablet gebruiken.”
Over vijf jaar hopen we de app volledig te hebben doorontwikkeld en dat we kunnen voldoen aan de grote vraag die er nu al naar is.
Waar staat de app over 5 jaar?
“Ik zei eerder dat we al zes jaar bezig zijn met deze app, maar daarvan zijn we pas twee jaar echt up and running. Over vijf jaar hopen we de app volledig te hebben doorontwikkeld en dat we kunnen voldoen aan de grote vraag die er nu al naar is. En dan heb ik het niet alleen over de lessen lichamelijke opvoeding, maar ook andere vakken die gebruik kunnen maken van de Portfolio App. Daarnaast willen we ook betekenisvol(ler) zijn voor sportverenigingen en sporttakken. Daar draaien we nu al pilots met teams waar coaches beter inzicht hebben in de groep waarmee ze werken. Hoe voelen ze zich, zitten ze lekker in hun vel, zijn ze in vorm? Dat soort dingen. Over vijf jaar staat de app er supermooi en kunnen we iedere periode weer een update doorvoeren.”
“Of we al bezig zijn met buiten de landsgrenzen kijken? Ja! Inmiddels maken de eerste drie scholen gebruik van de Sportfolio App in België en hebben we al de vraag uit Schotland gekregen om de app daar ook uit te rollen. Maar zo ver zijn we nu nog niet. We vinden het belangrijk om de basis nu heel stabiel neer te zetten en dan internationaal te gaan. Maar we merken dat op het gebied van innovaties echt naar Nederland wordt gekeken. Wij lopen als land echt voorop als het op innovatieve ideeën aankomt. Maar alles op zijn tijd. We vliegen er niet blind in.”