Al decennialang draaien de Nederlandse schaatsers mee in de wereldtop. Het trainen van het lichaam is één, maar ook de niet-fysieke aspecten kunnen een rol spelen in het behalen van successen. Naast de schaatsen zelf valt uit de schaatspakken winst te boeken. In de afgelopen jaren werkten meerdere partijen samen om juist op dat vlak flinke stappen te zetten, om net die tiende of honderdste verschil te kunnen maken. Het resultaat? Gloednieuwe aerodynamische schaatspakken waarin de gehele Nederlandse schaatsequipe mee aan de start van de Olympische Spelen in Beijing zal staan. ‘Deze pakken kunnen echt het verschil gaan maken.’
Samenwerking vanuit drie hoeken
Aan het woord is Bert van der Tuuk: schaatspakkenfabrikant en al jaren hofleverancier met zijn bedrijf Sportconfex. Van der Tuuk weet van de hoed en de rand als het gaat om wat schaatsers prettig vinden zitten. Daarnaast wil hij er alles aan doen om zijn pakken te verbeteren. Niet in de eerste plaats voor een nog soepelere pasvorm, maar vooral om de snelheid te verhogen – zowel op de lage als op de hogere snelheden.
Wouter Terra houdt zich vanuit TeamNL en de TU Delft als embedded scientist aerodynamica bezig met de vraag: hoe kunnen we sporters helpen op het gebied van luchtstroming? Voor schaatsen komt het dan al snel neer op het verlagen van de luchtweerstand. Namens de KNSB houdt Sander van Ginkel zich, eveneens als embedded scientist, bezig met het integreren van wetenschappelijke kennis in de praktijk. Tijdens een brainstormsessie, waarbij ook Bjorn de Laat vanuit het shorttrack betrokken was, ontstond het idee om de schaatspakken verder te optimaliseren met het oog op aerodynamica. ‘Ik zag mogelijkheden om technieken toe te passen in schaatspakken die in het wielrennen al gebruikt werden’, licht Terra toe. ‘Feit is dat als de luchtweerstand lager is èn de schaatser net zo veel vermogen kan leveren, hij of zij sneller rijdt. Dat wilden we meer benutten.’
TeamNL, de KNSB en Sportconfex slaan de handen ineen. Meerdere keren staan Terra, Van Ginkel en Van der Tuuk in een windtunnel om metingen op poppen of met een modelbeen of -arm uit te voeren en zorgt deze driehoeksverhouding in de windtunnel tot succes. Steeds testen ze verschillen in luchtweerstand tussen de stoffen die tot nu toe gebruikt werden en nieuwe varianten. Ook toetsen ze nieuwe ideeën die gebruikt worden in het wielrennen. De uitkomst is een aerodynamisch schaatspak waar de innovatie met name onderin zit: het hybride onderbeen. ‘Dit houdt in dat we voor het onderbeen een dubbellaagse stof gebruiken. Kortom: twee lagen stof over elkaar met een bepaalde verbinding ertussen. Dit hybride onderdeel is de grootste winst’, aldus Van der Tuuk. ‘Daarnaast is nieuw dat we de schaatsers een shoe cover aanbieden. Kortom: het schaatspak gaat dan volledig over de bovenkant van de schaats heen.’
Dag en nacht aan het werk
Daags voor de Olympische Spelen is het alle hens aan dek om ervoor te zorgen dat de schaatsers de juiste pakken dragen. Testen, testen, testen dus. ‘Vanuit de KNSB ben ik continu in contact met coaches en spelers. Wat vinden ze van de nieuwe pakken? Hebben ze opmerkingen? Maar ook: hoeveel slagen maken ze meer of minder?’, zo geeft Van Ginkel aan. De uitkomsten stemt hij af met Terra en Van der Tuuk. Een sterk staaltje samenwerking vanuit drie hoeken dus.
‘Het mooie aan onze samenwerking is dat we snel kunnen schakelen en handelen’, ziet Terra. ‘Neem de windtunnel van de TU Delft. Die tunnel kan ik gebruiken voor mijn werk voor TeamNL, die moet ik wel maanden van tevoren reserveren. Het staat ons dan voor een week ter beschikking. Omdat Sander en Bert mee de tunnel in gingen, konden we gewenste aanpassingen aan het schaatspak direct laten uitvoeren. Bert nam het pak mee, ’s nachts werd het vermaakt en de dag erna konden we testen met een aangepast pak. Dat is natuurlijk een stuk efficiënter dan dat we opnieuw een reservering voor de tunnel moesten maken.’
Gevoel van zekerheid
Of het nieuwe schaatspak tot een medailleregen in Beijing gaat leiden, is natuurlijk nog koffiedik kijken. Niettemin ziet Van Ginkel dat het nieuwe model nu al iets doet met de sporters. ‘Het geeft hen een gevoel van zekerheid om te weten dat ze het beste van het beste hebben wat het pak betreft. Daar hoeven ze geen twijfels over te hebben. Schaatsers uit andere landen daarentegen zien wat er hier gebeurt. Dan kan onrust opleveren bij hen. Mentaal gezien zit er dus in elk geval een voordeel.’
Voorlopig zetten TeamNL, de KNSB en Sportconfex de samenwerking voort. In elk geval tot de Olympische Spelen in 2026 in Milaan en Cortina d'Ampezzo. Maar eerst Beijing. ‘Het geeft voldoening om de theorie in de praktijk terug te zien’, aldus Van der Tuuk. ‘Nu is het aan de schaatsers om het te bekronen met mooie sportprestaties.’