Bewegen is voor iedereen gezond, maar voor sommigen is lid worden van een sportvereniging of sportschool simpelweg onbetaalbaar. Om ook mensen met beperkte financiële middelen de kans te geven om (onder begeleiding) te sporten, is FitnessLoont in het leven geroepen. NL Actief, de branchevereniging van sport- en beweegbedrijven, leidt dit landelijke project met ondersteuning van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). ‘Bij de meeste sportbedrijven staat maatschappelijke betrokkenheid hoog in het vaandel.’
Het kabinet kwam in 2021 met een maatschappelijk steunpakket gericht op sociaal en mentaal welzijn en een gezonde leefstijl. Het bleek destijds dat met name mensen met een smalle beurs kampen met gezondheidsproblemen. VWS klopte aan bij NL Actief voor het schrijven van een projectplan om (deels) uitvoering te geven aan het pakket. Met de realisatie en goedkeuring daarvan was Fitness Loont een feit.
Kortweg komt het project erop neer dat verspreid over Nederland, op 26 verschillende locaties in totaal 750 personen die leven rond de armoedegrens een jaar lang kosteloos onder begeleiding mogen sporten.
Netwerk
Anne Marie van Duivenboden, projectleider bij NL Actief en als zodanig nauw bij Fitness Loont betrokken: ‘De bedoeling is daarbij dat alle aangesloten sportondernemers en hun programmacoördinatoren hun netwerk gebruiken. Iemand met ernstig overgewicht heeft vaak behoefte aan meer dan sporten onder begeleiding. Denk aan een diëtist of een psycholoog. Het doel is om alle deelnemers van Fitness Loont op alle mogelijke manieren te ondersteunen.’
In januari 2022 startte de eerste pilot van Fitness Loont. Van Duivenboden: ‘Van de 26 locaties zijn er 20 preventiecentra. Uit onderzoek van het Mulier Instituut blijkt dat zij over de beste netwerken te beschikken om deze doelgroep zo goed mogelijk te helpen. We monitoren het proces van de deelnemers van A tot Z, zowel de fysieke als mentale gezondheid, aan de hand van concrete metingen en vragenlijsten. We kampten met wat technische kinderziekten, maar inmiddels staat het als het huis.’
‘De eerste resultaten zijn inmiddels bekend. Van Duivenboden: ‘Die zijn zeer positief. De deelnemers zijn enorm dankbaar. Bovendien gaan ze fysiek en mentaal vooruit, waardoor ze beter in het leven staan.’
Dat ziet ook Maikel Olie, coördinator van het programma bij Sport- en Gezondheidscentrum De Vennen in Dongen, een van de deelnemende preventiecentra. ‘De actieve deelnemers zitten lekkerder in hun vel en velen zien het leven positiever in. De volgende stap is het borgen van deze vooruitgang. Want initiatief nemen is één, maar het bestendigen is iets anders. Daarvoor is het nodig om slim samen te werken. Dit kan niemand alleen doen.’
Op weg naar een gezonder leven
De Vennen begon als een van de eerste sportcentra met Fitness Loont. Olie: ‘De traditionele rol van de sportschool is mede door de stijgende bewegingsarmoede aan het verschuiven. We zien onder andere dat de maatschappelijke rol en de impact die wij hierbinnen kunnen maken steeds belangrijker wordt. Wij willen een plek zijn waar mensen stapjes zetten naar een gezonder leven in de breedste zin des woords, inclusief een gezond beweegpatroon en met oog voor preventie. Daarom past Fitness Loont uitstekend binnen onze ambities.’
Samenwerking is daarbij een sleutelwoord volgens Olie: ‘Wij werken op een groot aantal vlakken samen met lokale partijen, waaronder de gemeente. Voor dit project hebben we een directe lijn met de afdeling werk en inkomen. Zij kennen en spreken de doelgroep en dragen de deelnemers aan. Wij screenen hen vervolgens op onder meer motivatie. De eerste fase begeleidden we 40 deelnemers; nu zijn we met 26 enthousiastelingen aan de slag.’
Ook wethouder van de gemeente Dongen René Jansen is enthousiast over het programma. ‘We besteden in onze gemeente veel aandacht aan sporten en bewegen voor iedereen. Er zijn diverse programma's, waar Fitness Loont een goede aanvulling voor een specifieke doelgroep op vormt. Daarnaast verloopt de samenwerking vlot en als vanzelfsprekend vanuit ieder zijn rol. De gemeente doet de intake, De Vennen vult de professionele individuele begeleiding in en de deelnemers voelen zich welkom en gelijkwaardig bij de sportdeelname. Een heel mooi samenspel.’
Borging
Vanzelfsprekend heeft Fitness Loont ook te maken met uitvallers. Landelijk komt dat uit op twintig procent. Van Duivenboden: ‘Van deze doelgroep is bekend dat het lastig is om ze erbij te houden. Een taalbarrière kan al reden vormen om af te haken. De regionale verschillen gaan we nog in kaart brengen. Met dit inzicht kunnen de samenwerkende partijen adequater inspelen op eventuele hobbels op de weg.’
De financiering van Fitness Loont vanuit het ministerie van VWS eindigt op 1 januari 2024. Maar daarmee stopt het programma zelf niet, geeft Van Duivenboden aan: ‘Vaak zie je bij subsidies van de overheid dat die na een paar jaar ophouden en dat daarmee een project ook abrupt eindigt. Maar bij deze doelgroep kan je dat niet maken. Vanaf dag één focussen we op een borging. Dat zit hem vooral in het financiële gedeelte. De deelnemers hebben écht niet de middelen om een lidmaatschap te bekostigen. De eigen bijdrage is vijf euro per maand en dat is voor sommige gezinnen al heel veel.’
Oplossingen voor het wegvallen van de rijkssubsidie heeft NL Actief ook al in gedachten. Van Duivenboden: ‘De gemeenten hebben taken en thema’s die onder de Brede SPUK-regeling (aan alle gemeenten toegekende subsidie voor onder meer sport en bewegen en gezondheidsbevordering, red.) vallen. Fitness Loont kan als middel dienen om een invulling te geven aan thema’s binnen deze subsidieregeling. Ook het bedrijfsleven en verschillende fondsen kunnen een steentje bijdragen. Door allemaal een duit in het zakje te doen, blijft het mogelijk om gratis fitness aan te bieden aan mensen met een smalle beurs.’
Tot slot wil Van Duivenboden een misverstand uit de wereld helpen. ‘Het idee leeft dat het sportscholen en andere commerciële sportaanbieders alleen maar te doen is om zoveel mogelijk winst te maken. Natuurlijk moeten ze leven van hun inkomsten, maar ik steek er mijn hand voor in het vuur dat minstens negentig procent van hen ook maatschappelijk betrokken is. Een sportondernemer is doorgaans bijvoorbeeld graag bereid om een sporter in contact te brengen met een sportvereniging. De sportschool fungeert dan als tussenstation. Na zowel mentaal als fysiek de belasting en de belastbaarheid van de deelnemer te hebben vergroot is de deelnemer klaar voor welke andere vorm van sport dan ook. Iedereen in beweging krijgen: daar is het ons om te doen.’