Doorgaan naar content Doorgaan naar navigatie

Sportinnovator

Hét sportinnovatienetwerk van Nederland

Innovaties voor gemeenten

Hoe living lab Assen in positieve zin explodeerde

Living Lab Lage SEP Assen 1

Acht nieuwe living labs begonnen in de zomer van 2023 met het bevorderen van sport en bewegen voor mensen met een lage sociaaleconomische positie. Dit gebeurt met steun van Sportinnovator. Ze voegen zich bij het bestaande netwerk van meer dan 30 labs Sport en Bewegen van ZonMw en Sportinnovator. Een van deze nieuwe labs is De Beweegclub in Drenthe.

De Beweegclub is niet helemaal nieuw. Zo’n vier jaar geleden zette Sara van de Lustgraaf, labregisseur, en Hans Derks van Sport Drenthe al zo’n club op in Assen in het kader van haar masteropleiding, bedoeld om mensen in beweging te krijgen voor wie dat niet vanzelfsprekend is. Die stopte nadat subsidie wegviel en er geen professionals meer beschikbaar waren. Twee jaar geleden deed Van de Lustgraaf samen met dr. Berry van Holland, beiden inmiddels werkzaam aan de Hanzehogeschool, opnieuw een subsidieaanvraag om opnieuw, maar op een andere, duurzame manier een beweegclub op te zetten. 

Sneeuwbaleffect

Van Holland (docentonderzoeker binnen het lectoraat Praktijkgerichte Sportwetenschappen en het Instituut voor Sportstudies): ‘We kozen voor een andere wijk in Assen dan waar het eerdere project had plaatsgevonden. We wilden nadrukkelijk ook zorg- en welzijnsorganisaties betrekken. Zij hebben immers veel contact met mensen die weinig bewegen, laat staan sporten. Daarnaast zochten we de samenwerking op met Sport Drenthe.’

Die laatste zet bleek een schot in de roos. ‘Naast subsidie van Sportinnovator kregen we via Sport Drenthe van de provincie Drenthe ook subsidie. Daarmee ontwikkelden we een scholing om beweegprofessionals, zoals buurtsportcoaches, een dramatherapeut en medewerkers van een welzijnsorganisatie, te leren hoe ze een beweegclub opzetten. Niet alleen in die ene wijk in Assen, maar in alle twaalf Drentse gemeenten. Wat klein begon, is door die gecombineerde subsidies in positieve zin geëxplodeerd.’

Zo laagdrempelig mogelijk

Want in plaats van één beweegclub, telt iedere gemeente nu er twee tot vier met gemiddeld vier deelnemers (van pakweg 18 tot 80 jaar) per groep. Welke activiteiten zij  doen, verschilt per club. ‘Dat kan wandelen zijn, ballen overgooien, iets met bankjes of zwemmen. Als het maar laagdrempelig is en – in principe – in gewone kleren mee te doen en in een toegankelijke omgeving, zoals een park of gymzaal. De gemene deler van de deelnemers is dat sportscholen en –verenigingen en het dragen van sportkleding hen vaak afschrikt. En, zoals dat bij een living lab gebruikelijk is: we luisteren heel goed naar wat de deelnemers zelf leuk vinden om te doen.’

Ongeveer de helft van hen heeft eerder een gecombineerde leefstijl-interventie-programma gevolgd. ‘Vergoeding vanuit een zorgverzekering stopt na twee jaar. Dit is een mooi vervolg. Door mond-op-mond-reclame weten de deelnemers de beweegclubs te vinden. Ook via zorg- en welzijnsorganisaties proberen we meer mensen naar beweegclubs toe te leiden. Dat is een behoorlijke uitdaging. Het vraagt om onderling vertrouwen, kennis delen en overdragen en de banden continu onderhouden. Met een zogenaamde experimentsubsidie willen we aan dit netwerkaspect nog meer aandacht besteden om daarbij de doorgeleiding ook beter te laten worden.’ 

Toch is Van Holland vooral heel tevreden over het bereik van de Beweegclub. ‘Door het inzetten van het Drentse netwerk, van buurtsportcoaches tot welzijnsinstanties, kwamen we via meerdere wegen met de doelgroep in contact. Door de schaal waarin we opereerden, in heel Drenthe, en de financiële middelen hebben we een programma neergezet dat overal aantrekkelijk werd bevonden. En zoals dat vaker gaat: iets dat succesvol is, heeft een aanzuigende werking op in dit geval de deelnemers. Daarvoor is intensieve samenwerking met stakeholders én deelnemers nodig, maar dat betaalt zich dus wel uit.’

Landelijke belangstelling

Wat Van Holland achteraf liever vooraf had geregeld, waren meer juridische aspecten, zoals van wie het intellectuele eigendom over de vooral door Van de Lustgraaf ontwikkelde scholing is. ‘In de praktijk is dat bij ons geen probleem, maar het was beter geweest om dit soort zaken van tevoren helder te hebben. In geval van een conflict kan daar dan in principe geen misverstand over bestaan en daarmee mogelijk het praktische gedeelte vertragen.’

Toch is Van Holland vooral zeer tevreden over wat het living lab tot nu toe heeft opgeleverd. ‘De Vereniging Sport en Gemeenten zet de opleiding nu ook in het midden van het land uit. Ook de Landelijke Academie Buurtsportcoaches is geïnteresseerd. Wat begonnen is als een afstudeerproject is via een bescheiden samenwerking met Sport Drenthe uitgegroeid tot een provinciaal succes en in de nabije toekomst wellicht ook landelijk project. Daar mogen we denk ik heel trots en vooral blij mee zijn.’

Meer informatie?

Kijk hier voor meer informatie over De Beweegclub in Drenthe.

Deel deze pagina