Over de gehele levensloop gezien neemt het beweeggedrag af, maar deze afname verloopt niet lineair. Er doen zich in de levensloop meerdere fasen voor waarin het beweeggedrag verandert en sneller afneemt, stabiliseert of juist een nieuwe impuls krijgt. Deze fasen hangen samen met ingrijpende gebeurtenissen en transities in de levensloop. Als we beter begrijpen waarom dit gebeurt, kunnen gerichte interventies bepaalde doelgroepen juist verleiden tot meer sport en sportief bewegen. Dit zijn de uitkomsten van een literatuurstudie van de Universiteit Utrecht.
Veranderingen met de grootste impact
De transities met de grootste impact op sport- en beweeggedrag zijn:
- Volwassenwording
- Verandering van opleiding
- Verandering van relaties en gezinsstructuur
- Verandering van leefomgeving
- Verandering van werkcondities
Opvallende tegenstelling bij pensionering
Een opvallende tegenstelling die meer aandacht verdient is het effect van pensionering. Dit leidt tot verhoogd sport- en beweeggedrag bij mensen met een hoge sociaal-economische positie (SEP) en een verdere afname bij mensen met een lage SEP. Zo geldt voor pas gepensioneerden uit hogere SEP-groepen dat zij meer gaan sport- en bewegen, omdat zij meer vrijetijd krijgen, terwijl sociale relaties wegvallen. Dat geldt echter niet voor pas gepensioneerden uit lagere SEP-groepen. Deze inzichten geven voor beide doelgroepen mogelijkheden om met gerichte interventies het sport- en beweeggedrag te beïnvloeden.
Vervolgacties naar aanleiding van de literatuurstudie:
Aanvraag onderzoeksfinanciering en call vanuit Sportinnovator
Het onderzoek is uitgevoerd door Tim Ehlhardt en Maarten van Bottenburg van de Universiteit Utrecht. Het is mede mogelijk gemaakt met financiële steun van Sportinnovator.
Het doel van deze studie was om samen te vatten wat vanuit de literatuur bekend is op dit gebied en wat de belangrijkste kennishiaten zijn. Hoewel er voldoende bewijs is dat het sport- en beweeggedrag verandert door de transities, is er nog weinig empirisch onderzoek verricht naar de mate waarin, de wijze waarop en de redenen waarom dit gebeurt. Als meer kennis wordt ontwikkeld over de effecten van transities op sport- en beweeggedrag en we meer inzicht krijgen in de behoeften, mogelijkheden en beperkingen van die doelgroepen, kan beter worden bepaald bij welke doelgroep(en) welke interventies het meest effectief zijn.
Daarom wordt een aanvraag voor onderzoeksfinanciering ingediend bij het ‘Onderzoek op Routes door Consortia’ (ORC) van NWO, binnen de Route Sport en Bewegen van de Nederlandse Wetenschapsagenda. Deze aanvraag wordt gedaan vanuit het zogeheten Watertorenoverleg van Nederlandse universiteiten, die inzetten op onderzoek en onderwijs op het gebied van Sport & Bewegen. Sportinnovator heeft de onderzoekers daarbij gevraagd in het onderzoek in te zoomen op specifieke verschillen tussen mensen met een hoge en lage SEP.
Daarnaast zal Sportinnovator later dit jaar een oproep openstellen om innovatieve ideeën op te halen die het sport- en beweeggedrag tijdens de transities stimuleren.
Meer informatie
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Niels Reijgersberg, Innovatieadviseur kennis & publiek private samenwerking Sportinnovator: niels@sportinnovator.nl.
Het rapport vindt u hieronder: