In de serie Binnensportaccommodaties en innovaties trappen we af met InFit. Een bok, brug, paard, klimrek, witte, rode, gele en blauwe lijnen op de vloer… Bijna alle gymzalen en sporthallen zijn identiek gebouwd en ingericht. Docenten en trainers kunnen daardoor weinig variëren in hun les- en trainingsaanbod. Als het aan Pim Scherpenzeel van Infit ligt, komt daar snel verandering. Hij pleit voor een totaal andere benadering.
Al veertig jaar dezelfde gymzalen
De nieuwe gymzaal moet prikkelen tot meer en ook andere soorten beweging en heeft een duurzaam karakter. Scherpenzeel: ‘Mijn compagnon Ronald de Rooij en ik hebben de missie om de inrichting van gymzalen en sporthallen toekomstbestendig op te bouwen en in te richten. Op dit moment zijn alle circa 5.500 zalen vrijwel hetzelfde. Op het eerste gezicht is dat logisch. Om wedstrijden te mogen organiseren, bijvoorbeeld voor volleybal, basketbaal en zaalhockey, moeten ze aan eisen van sportbonden voldoen.’
Direct brengt Scherpenzeel een nuance aan: ‘Het bewegingsonderwijs maakt vaak veel meer uren gebruik van sporthallen. De opties daarbij zijn beperkt. De traditionele toestellen en materialen, zoals ringen, touwen en bokken, zijn altijd aanwezig en daar is in de afgelopen veertig jaar eigenlijk nooit iets in veranderd. Dat is opmerkelijk, ook omdat er zoveel meer mogelijk is dan dat.’
Scherpenzeel ziet wel waar de knelpunten liggen: ‘Gemeenten zijn vaak conservatief, ook als er nieuwe gymzalen komen. Dat komt ook omdat er vanuit de gebruikers weinig geklaagd wordt over de huidige inrichting. En als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd kreeg.’
Innovatie in de gymzaal met een interactieve sportvloer
Om toch een alternatief element onder de loep te nemen, onderzochten Scherpenzeel en De Rooij met hulp van Sportinnovator de mogelijkheden tot een innovatie in de vorm van een interactieve sportvloer. Scherpenzeel: ‘Daarvoor moesten we eerst definiëren wat dat is. Voor wat als een sportvloer kwalificeert, bestaan er Europese normen. Die hebben bijvoorbeeld betrekking op vlakheid, stroefheid, het balstuitvermogen en het schokvermogen. Interactief is het als een sporter iets doet dat een systeem waarneemt en daarop reageert. Denk aan ledverlichting die op een vloer schijnt en verandert van kleur als je iets aanraakt of ergens voorbij komt.’
Scherpenzeel en De Rooij stuitten op verschillende beperkingen: ‘Die Europese normen voor sportvloeren zijn zodanig streng dat ze weinig speelruimte geven om voor andere materialen en dergelijke te kiezen. Je mag niet zomaar een zachtere soort vloer neerleggen bijvoorbeeld. Voor het toevoegen van een interactief element zou het wel wenselijk zijn om niet altijd aan die regels gebonden te zijn.’
‘Bovendien’, voegt Scherpenzeel toe, ‘is het op dit moment nog niet mogelijk om de beweging van een sporter op grotere oppervlakten te detecteren. Er is nu te veel hinder van schaduw bijvoorbeeld. Het beste zou het zijn als het in de ruimte donker is, maar dat is niet reëel. Technieken om de problemen zijn er wel, maar nog niet in de praktijk toe te passen. Dat heeft alles met geld te maken. Gemeenten hebben wel budgetten voor gymzalen, maar besteden dat liever niet aan dit soort innovatieve ontwikkelingen. Ze houden het liever bij het oude, is mijn observatie.’
Samenwerking
Scherpenzeel en De Rooij kwamen dan ook tot de conclusie dat een innovatieve sportvloer realiseren op dit moment nog te innovatief is. Toch geeft Scherpenzeel de moed niet op waar het nieuwe manieren van een gymzaal inrichten betreft. ‘We zien dat jongere gymleraren steeds meer roepen om vernieuwing. Sommige gemeenten gaan hierin mee. Dat gaat dan niet meteen om een interactieve sportvloer, maar wel om de overige inrichting. Een elektrisch bedienbare muurtrampoline, die je met een afstandsbediening zo van de muur haalt en ook snel weer opgeruimd hebt. Een avonturenwand. Tal van toestellen die je makkelijk tevoorschijn tovert en opbergt, om een aantal voorbeelden te noemen. Alles draait om keuzevrijheid, gemak en duurzame oplossingen. Flexibiliteit is het toverwoord.’
Bij de ontwikkeling van ‘de nieuwe gymzaal’ werkt Infit samen met betrokkenen bij het Athletic Skills Model. Scherpenzeel: ‘Zij richten zich net als wij op moderne ontwikkelingen in het bewegingsonderwijs. Waar wij ons voornamelijk bezighouden met de materialen en inrichting focussen zij zich op andere beweegvormen dan nu in de gymlessen en bij sporten gebruikelijk zijn. Die samenwerking vind ik erg inspirerend. Aan de hand van voorbeelden proberen we gemeenten, nog altijd de grootste partij op onze markt, mee te krijgen in ons gedachtengoed en onze visie.’
Onlangs leidde dat weer tot succes. ‘Gouda is net met ons in zee gegaan om een innovatievere gymzaal op te tuigen. Zo streven we ernaar dat steeds meer gemeenten volgen, zodat de gymzalen en sporthallen passen bij deze tijd, waarin de behoefte aan flexibiliteit en keuzemogelijkheid steeds groter is. En dat leidt uiteindelijk tot meer beweging met plezier; iets waar het ons uiteindelijk om te doen is.’
Meer informatie
Kijk voor meer informatie over de nieuwe gymzaal (inclusief een interactieve sportvloer) op de website van Infit.