Wie grote wielerrondes, zoals de Tour de France, de Giro d’Italia of de Vuelta, op zijn naam wil schrijven, moet van goeden huize komen. De loodzware, langdurige wedstrijden vragen het uiterste, zelfs van super-getrainde topwielrenners als Primož Roglič en Steven Kruijswijk. Om de kansen op succes te vergroten, sloeg Team Jumbo-Visma de handen ineen met de Universiteit Leiden. Met het project ‘WielerFitheid‘ , winnaar van de Nationale Sportinnovator Prijs 2020, beogen zij de concurrentie een stap voor te zijn.
Dat het in topsport om details gaat, is niets nieuws. Achter de schermen zijn wielerploegen als Jumbo-Visma altijd bezig om de trainingsprogramma‘s van de profs te optimaliseren. Alles draait erom te zorgen dat ‘de benen‘ optimaal zijn tijdens de belangrijkste wedstrijddagen. Al jaren verzamelt Jumbo-Visma daarom gegevens van de renners, zoals wattage, hartslag en snelheid. Maar hoe trek je uit deze enorme set de juiste conclusies?
Om daar een slag in te maken, kwam de wetenschap in beeld. Al eerder werkte Jumbo-Visma samen met de Universiteit Leiden, zowel in het wielrennen als bijvoorbeeld de schaatssport. Arno Knobbe, hoofd van de onderzoeksgroep Data Mining van de Universiteit Leiden en directeur van het Sport Data Center, is ook bij dit project betrokken. ‘Een traditionele manier om fitheid te toetsen, is aan de hand van een inspanningstest in een lab. Deze meting is weliswaar degelijk, maar ook zeer belastend. Eigenlijk kan je die als topsporter maar twee keer per jaar uitvoeren om de rest van de trainingsschema’s niet te verstoren, zodat je de rest van het jaar niet voldoende beeld op een renners fitheid hebt.’
Meten is weten
Na het winnen van de Nationale Sportinnovator Prijs 2020 ging het team van Knobbe, met een hoofdrol voor postdoc Arie-Willem de Leeuw, aan de slag met het ontwikkelen van een alternatieve methode om de fitheid van een sporter te meten. ‘We wilden tot een model komen waarbij je de fitheid bepaalt zonder daarvoor af te hoeven wijken van de reguliere trainingsschema’s. Dat resulteerde in een prototype waarbij de gezondheid van de sporter af te leiden is uit het verband tussen de hartslag en de geleverde power.’
De wijze waarop Jumbo-Visma de gegevens verzamelt, spreekt min of meer voor zich. Elk van de renners heeft een vermogensmeter op zijn fiets. Daarnaast dragen ze een hartslagband. Knobbe: ‘Het gecompliceerde bij wielrennen is dat, anders dan in bijvoorbeeld het schaatsen, de context nogal fluctueert. Het ene moment bevindt de renner zich op 3.000 meter in de ijle lucht, het andere moment rijdt hij over slingerende wegen op zeeniveau bij een temperatuur van 30˚C. Ook moet je kijken wat een renner door de tijd doet, dus niet alleen uitgaan van momentopnames. Deze factoren nemen wij zoveel mogelijk mee in onze analyses.’
De resultaten van de metingen zijn in een grafiek door de tijd weer te geven. ‘Zo zie je van dag tot dag precies de fluctuaties in fitheid. Ga je op een trainingskamp op hoogte dan zie je na afloop direct of dat tot de gewenste vooruitgang heeft geleid’, aldus Knobbe. ‘Een coach kan hier ook snel op anticiperen. Presteert de wielrenner ineens minder, dan kan dat bijvoorbeeld een reden zijn om het trainingsplan van die of de volgende dag aan te passen. Bij Jumbo-Visma kan head of performance Mathieu Heijboer de grafieken dagelijks bekijken en bijsturen waar nodig, zodat hij de renners zo fit mogelijk bij grote wielerwedstrijden aflevert.’
Ook voor amateurs
Vooralsnog werkten alleen topsporters met het door de Universiteit Leiden ontwikkelde model. Binnenkort komt daar verandering in. ‘Data verzamelen is echt niet alleen maar gemeengoed onder profwielrenners. Ook een groot aantal amateurs is fanatiek bezig met het meten van wielrenprestaties aan de hand van hartslag-, snelheid- en wattagemeters. Over een paar weken stellen we ons model beschikbaar op het Sport Data Valley platform: een website waarop je data kan analyseren die op sport, gezondheid en bewegen betrekking heeft. Iedereen kan dan kosteloos zelf zijn wearables als een power- en een hartslagmeter koppelen aan een account op het platform en analyses op de grafieken loslaten. Daarmee kan iedereen wielrenner met een powermeter op zijn fiets gebruik maken van de inzichten die de top ook krijgt.’
Klaar zijn ze in Leiden nog niet met WielerFitheid. Knobbe: ‘Deze funding is op, maar het project gaat verder. Wat nog ontbreekt is een goede validatie van ons model. Met andere woorden: we willen onderzoeken of de wijze waarop wij meten betrouwbaar is. Komend jaar doen we dat met een aantal wielrenners uit de subtop. We laten hen zowel inspanningstesten in het lab, als metingen in het veld uitvoeren. Als de resultaten overeenkomen, kunnen we vaststellen dat ons model klopt. Wie weet dat we in de toekomst dan helemaal geen labtesten meer nodig hebben.’
Meer informatie
Kijk voor een beeld bij het project WielerFitheid naar deze video: https://www.youtube.com/watch?v=EYtJ4P8v6ZA. Een gratis account aanmaken op Sport Data Valley kan hier.