Hoe zorg je ervoor dat kinderen allemaal bij een sport betrokken zijn? En dat het spel dynamisch en voldoende uitdagend is en bijdraagt aan de ontwikkeling? In de afgelopen jaren bogen tal van sportbonden zich over deze vragen. De volleybalbond Nevobo zocht het Jeugdsport Innovatiecentrum Windesheim (JIC) op om te kijken naar manieren om een transitie in het jeugdaanbod te realiseren. Die samenwerking was zo succesvol dat andere sportbonden nu ook met het JIC aan de slag gaan.
Wytse Walinga was namens het JIC nauw betrokken bij het project met de Nevobo. ‘Bonden zien soms ledenaantallen teruglopen. Dat prikkelt natuurlijk om te kijken wat er in het aanbod beter kan. Maar los daarvan hebben zij vaak al een gezonde kritische houding om het aanbod voor jeugd onder de loep te nemen en zijn er de laatste jaren bij veel spelsportbonden ook spelregelwijzigingen doorgevoerd. Denk aan kleinere velden en minder spelers bij het voetbal en hockey. In het rugby worden teams zelfs gehusseld als er tijdens de wedstrijd een te groot verschil in niveau blijkt te zijn.’
Ook voor de jongste volleyballers wordt gezocht naar aantrekkelijke spelvormen waarin kinderen met plezier goed kunnen leren volleyballen Met een Sportinnovator-voucher greep de bond de kans om het JIC in te schakelen en zo mogelijk nog meer verbeterslagen door te voeren voor kinderen van zes tot twaalf jaar. Met gebruik van een design thinking methode ging het JIC vervolgens aan de slag.
Walinga: ‘Het gebruik van design thinking geeft structuur aan het ontwerp van nieuw sportaanbod. Een ontwikkelteam doorloopt meerdere cycli voordat er een uitkomst is. Ideeën uit creatieve sessies met experts moesten worden gestructureerd richting het ontwikkelen van een nieuwe competitievorm. Testen met jeugdvolleyballers is dan essentieel. Over resultaten van deze testen spraken we met jeugdspelers zelf, experts, de bond, clubs en sportopleidingen. Vragen die steeds terugkwamen, waren: hoe kijken we naar leren en bewegen voor deze leeftijd? Hoe zorgen we ervoor dat ze veelzijdig bewegen en dat alle kinderen ruim voldoende aan bod komen? Na een vorm te hebben getest, schaafden we deze bij op basis van onze bevindingen en herhaalden we het test- en evaluatieproces zodat de spelvormen steeds meer naar hun huidige vorm gingen.’
Het tweejarig traject leidde tot Volley Stars. Een methode bestaande uit vijf nieuwe, dynamische spelvormen waarin alle kinderen veel aan de bal komen. Meer dan 1.400 trainers maken de komende tijd kennis met de spelvormen tijdens clinics van de Nevobo, zodat zij het concept in de praktijk kunnen toepassen. ‘Parallel heeft de bond besloten om ook de structuur van competitie om te buigen naar toernooivormen. Te vaak komt het voor dat teams niet gelijkwaardig aan elkaar zijn. Dat willen we waar mogelijk ondervangen met een toernooivorm. Daarbij kunnen clubs zich flexibel inschrijven en speel je op een dag meerdere korte potjes tegen verschillende tegenstanders.’
Mede door de grondige aanpak duurde het project van het JIC en de Nevobo twee jaar. Tijd die ook nuttig was om iedereen mee te krijgen. ‘Een transitie roept altijd spanning en weerstand op. Er is draagvlak van alle stakeholders nodig om de verandering te realiseren. Dat vraagt om rust en een goede communicatie en informatievoorziening. De Nevobo heeft daartoe een team ingericht dat vragen beantwoordt. Twee jaar is lang, maar uiteindelijk zijn we wel zover dat dat draagvlak er is.’
Vanaf het komende seizoen zal de helft van de zes- tot twaalfjarige volleyballers dus starten met Volley Stars. Dat wordt vanzelfsprekend ook gemonitord en bijgesteld waar nodig. Wij blijven in principe betrokken. De samenwerking met de Nevobo is erg prettig. Mogelijk kunnen we daarnaast een nieuwe Sportinnovator-voucher inzetten om succesvolle elementen van deze transitie te destilleren.’
NOC*NSF raakte op de hoogte van de samenwerking tussen het Nevobo en het JIC en was enthousiast over de werkwijze. ‘Wij zijn een onderdeel van de Hogeschool Windesheim. Daarmee werken we op het grensvlak van theorie en praktijk. Vanuit de lectoraten wordt onderzoek uitgevoerd en worden studenten sportkunde opgeleid, maar we zijn nadrukkelijk ook actief in de praktijk. Daarmee zijn we een interessante partij. Het NOC*NSF ziet vooral in de leeftijdscategorie dertien tot achttien jaar een grote afname in ledenaantallen. Daarom gaf zij bonden de mogelijkheid om zich in te schrijven voor een traject van ons. De bond krijgt daarvoor een voucher van € 15.000. Dat is te weinig voor een uitgebreid project zoals we dat met de Nevobo hebben uitgevoerd, maar zeker voldoende om het jongerenaanbod kritisch onder de loep te nemen. Uiteraard testen we met hen ook nieuwe vormen in de praktijk op een gestructureerde manier.’
Een aantal sportbonden greep al de kans en is in overleg met het jeugdsport innovatiecentrum: Nederlandse Judo Bond, KNLTB, KNZB, KNSB en KNGU. Zij gaan de komende tijd een vergelijkbaar, maar korter traject met het JIC in. ‘Daarnaast is er ook internationaal aandacht voor hoe wij te werk gaan, zoals uit Noorwegen en Denemarken. De behoefte aan nieuwe spelvormen is er dus niet alleen binnen Nederland.’