De meeste surfers zijn bij uitstek begaan met de natuur. Buitenleven, respect voor de natuur en oog voor duurzaamheid zit hen in het bloed. Surfboards daarentegen zijn gemaakt van glasvezels, epoxy en andere kunststoffen en belanden bij surfscholen in Nederland vaak al na één of twee seizoenen gebruik op de afvalbelt. Dat moet anders, dacht surfer en student Industrieel Ontwerpen aan de TU Delft Merlijn Lewerissa. Wij stelden hem zes vragen over The Circular Surfboard: het project waarmee hij de challenge Circulaire Sportmaterialen won.
Wat houdt jouw innovatie in?
‘Ik ben van plan om een alternatief te ontwikkelen voor de niet-duurzame manier waarop er nu met surfboards wordt omgegaan. Dat kan door te werken met andere materialen, dus minder kunstmatige en meer natuurlijke, zoals hout of kurk. Maar eerder verwacht ik dat er een duurzaamheidsslag is te maken als het gaat om het verlengen van de levensduur van een surfboard. Nu lopen die vaak vol water doordat de buitenste laag is versleten en er een lek ontstaat. Daarmee zijn ze niet meer te gebruiken. Ik heb een circulair businessmodel met nieuwe waardeproposities voor surfscholen bedacht waarbij de leverancier de boards na gebruik teruggeleverd krijgt. Daarna kan het water uit de boards gehaald worden, zodat de buitenste laag beter repareerbaar is en de surfboards langer meegaan.’
Waarom heeft jouw project de challenge Circulaire Sportmaterialen gewonnen?
‘Ik ben dit project echt begonnen vanuit mijn passie voor de surfsport. Als fervent surfer zag ik hoe niet duurzaam een surfboard eigenlijk is. Zeker toen ik in een klein fabriekje op Scheveningen werkte waar surfboards, vol chemische stoffen, worden gemaakt. Dat botst in mijn ogen met de surfcultuur. Het feit dat ik hier vanuit mijn eigen ervaring verandering in wil en denk te kunnen brengen, heeft naar ik vermoed meegespeeld.’
Wat voor stappen hebben je doorlopen?
‘Voor mijn afstudeerproject heb ik onderzoek gedaan naar een bepaald type surfboards: softtops. Bij drie surfscholen – bij de surfpool in Rotterdam-centrum, Hoek van Holland en op Scheveningen – keek ik hoe ze gebruikt worden en wat maakt dat ze kapot gaan en worden afgeschreven. Ook kwam ik erachter dat ze meestal worden gemaakt in China om vervolgens in Engeland te worden verkocht aan Nederlandse surfscholen.’
Wat gaat er nu gebeuren? Wat zijn de vervolgstappen?
‘Als ik ben afgestudeerd, start ik met het Sportinnovatorproject. De subsidie gebruik ik om systemen te bedenken, een prototype te bouwen en deze uit te testen. Enerzijds gaat het dus om het verzinnen van slimme manieren om water uit de boards te laten lopen. Anderzijds wil ik testen of het mogelijk om meer biologisch afbreekbare materialen te gebruiken in plaats van piepschuim, polyethyleen en dergelijke. Hiervoor heb ik tot de zomer van 2025.’
Doe je dit project alleen of heb je samenwerkingspartners?
‘Voor mijn afstuderen ben ik begeleid door docenten van de TU Delft. Daarnaast voer ik het project uit bij Good, Thanks Surfboards: een Rotterdams bedrijf dat surfboards voor meer ervaren surfers maakt. Zij zijn vooral gericht op het verduurzamen van de surfboards qua materialen en testen daar al volop mee, onder meer met een constructie van kurk en hout die in Nieuw-Zeeland is bedacht. Omdat we een gedeelde missie hebben, delen zij hun expertise met mij.’
Wat moeten mensen met een vergelijkbaar innovatief idee doen om ook een project op poten te zetten?
‘Volg je eigen interesses. Mijn meest succesvolle projecten waren die die het dichtstbij mijzelf lagen en dus waar ik in geloofde en de meeste energie uit haalde.’