Spelen, het liefst met vrienden, is voor ieder kind heel belangrijk. Zo ook voor de meer dan 200.000 kinderen in Nederland met een beperking. Dit is voor hen niet altijd zo vanzelfsprekend, omdat speelplekken fysiek niet altijd toegankelijk zijn. Voor kinderen met een beperking is het niet altijd mogelijk om in hun eigen buurt naar school of sportverenigingen te gaan. Zij ervaren hierdoor gevoelens van eenzaamheid. Het ministerie van VWS schreef onlangs een prijsvraag uit met als doel om kinderen met een beperking met leeftijdsgenootjes in de buurt te laten buitenspelen. ‘Picoo’ was één van de winnaars.
Picoo is een interactief handheld buitenspeelgoed. Dit product combineert interactieve technologie met traditioneel buitenspelen zoals tikkertje en verstoppertje. Picoo bevordert samenspel en interactie voor kinderen met een beperking, onderling óf met kinderen zonder beperking.
Zes vragen aan Picoo
Met innovatiechallenges willen VWS en Sportinnovator innovaties in de sportsector en op het gebied van vitaliteit en bewegen bevorderen. Om een kijkje te geven hoe zo’n innovatie tot stand komt, laten we initiatiefneemster Iris Soute aan het woord.
Wat houdt ‘Picoo’ in?
‘Picoo is een interactief platform om actief buiten te kunnen spelen. We gebruiken de Nintendo Wii vaak als voorbeeld, maar dan is Picoo een spelcomputer voor buiten - die op zichzelf staat, zonder dat deze is verbonden aan een televisie- of computerscherm. De kinderen hebben een klein apparaatje in de hand. Daar zit licht, geluid en vibratie in. De controllers kunnen met elkaar worden verbonden en op die manier 21e eeuw tikkertje, verstoppertje en vlagverovertje spelen.’
‘De naam Picoo betekent verder niks. Heel lang geleden heette het Head-up-games, dat was nog in mijn onderzoeksperiode, als tegenhanger van Head-down-games waarbij kinderen met hun hoofd naar beneden naar een scherm kijken. Die term klonk uiteindelijk niet zo goed. We hebben echt miljoenen namen bedacht, maar het moest iets zijn dat goed klinkt, waarvan de URL nog beschikbaar is en in een buitenlandse taal niet iets raars zou betekenen. Na een lange dag brainstormen lag ik in bed en toen schoot de naam Picoo ineens in mijn hoofd. Ik ben zelfs uit mijn bed gestapt en heb het op een papiertje geschreven. Een dag later las ik dat papiertje en toen dacht ik: hé, dat is best een leuke naam. Van daaruit hebben we een stemmingsronde op Facebook gehouden en toen kwam Picoo eruit als winnaar.’
Waarom hebben juist jullie de challenge gewonnen en hoe gaan jullie kinderen (met en zonder beperking) helpen?
‘We waren al bezig met de ontwikkeling van Picoo, alleen waren we niet specifiek bezig met de doelgroep 'kinderen met een beperking'. Als we bijvoorbeeld bij de scouting aan het spelen waren, deden we dat met groepen met kinderen tussen de zeven en tien jaar. Een zevenjarige rent niet zo hard als een tienjarige, met andere woorden: niet iedereen is even snel. Dat is altijd een gedoe en het spelletje wordt op den duur saai, omdat er telkens dezelfde winnaar uitkomt. Van daaruit waren we al een tijdje bezig om Picoo adaptief te maken.’
‘Picoo houdt de prestaties tijdens het spelen bij, en weet dus of iemand altijd wint of altijd verliest. Elke Picoo stelt zich tijdens het spel in naar het niveau van diegene die de controller in de hand heeft. Bijvoorbeeld bij het spel tikkertje: als er een andere Picoo in de buurt komt, wordt iemand anders de tikker.’
'Maar wat nou als iemand die beurt maar niet kwijtraakt? De Picoo controller meet dit, en maakt het voor deze speler makkelijker om de beurt kwijt te raken. En andersom kan het natuurlijk ook, als het spel te gemakkelijk voor iemand is. Dat geldt natuurlijk ook voor kinderen met of zonder beperking. Dat idee hebben we gepitcht.’
Hoe is het project tot stand gekomen?
‘Vijftien jaar geleden volgde ik de opleiding User System Interaction (USI) en hadden daar een designcase. Met twee andere studenten hebben we een Kolonisten van Catan-versie voor buiten gemaakt. Mijn toenmalige begeleider zei dat hier meer in zat. Daar is eigenlijk de basis gelegd voor het huidige idee. Dat klinkt misschien alsof het allemaal heel snel is gegaan, maar dat proces heeft jaren geduurd - waarbij we continu feedback aan kinderen hebben gevraagd. Ook dat is een best lastig proces, want kinderen zeggen heel snel “ja”, als je vraagt of ze iets leuk vinden. Het bleek beter om te vragen: “Zou je dit spelletje nog een keer willen spelen?”, daar werd veel duidelijker uit of ze het écht leuk vinden.
‘We kregen vaak reacties van ouders van wie hun kinderen de Picoo graag willen hebben. Ook hoorden we van leerkrachten in het basisonderwijs dat sommige kinderen niet eens meer weten hoe ze tikkertje kunnen spelen. Dat vind ik wel een zorgwekkende ontwikkeling. Dat heeft er vooral mee te maken dat kinderen minder buitenspelen. Vaak leer je een spel als tikkertje van de oudere generatie, maar als je deze op straat niet meer tegenkomt, dan wordt het een lastig verhaal. Daarnaast snoept schermtijd tegenwoordig van de buitenspeeltijd af.’
Welke stappen hebben jullie doorlopen?
‘Ik ben in 2013 gepromoveerd en tot die tijd was het echt een onderzoeksproject. Dan ging het vooral over: welke techniek is leuk? Hoe betrekken we de kinderen in het ontwerpproces om een spel te maken dat zij ook echt leuk vinden? Hoe maak ik iets wat niet zomaar kapot valt? Toen waren we nog helemaal niet bezig met de markt. Vanaf 2014 is Daniël Tetteroo, de mede-oprichter, erbij gekomen. Toen hebben we het project eerst nog heel lang naast onze bestaande baan erbij gedaan, vooral in de avonduren. Dat hebben we twee jaar gedaan, waarna we in 2016 een Sportinnovatieprijs hebben gewonnen om dit idee naar de markt te brengen.’
‘We zijn anderhalf jaar bezig geweest met het zoeken van investeringen. Dan is het echt heel moeilijk. Daarna begonnen de ontwikkelingen om het product uiteindelijk op grotere schaal te laten maken. Begin 2019 zijn we op de markt gekomen. Niet voor de thuismarkt, maar voor business to business. Denk hierbij aan scholen, de BSO’s en vakantieparken. Eigenlijk alle bedrijven waarbij ze kinderen in groepen bezighouden. Gericht op educatieve spellen voor scholen en competitieve spelletjes voor kinderfeestjes, kleinere groepen, grotere groepen, jongere groepen en oudere groepen.’
Wat gaat er nu gebeuren, wat zijn de vervolgstappen?
‘We zijn nu nieuwe spelletjes aan het maken voor kinderen met en zonder beperking. Door het coronavirus heeft het project wat vertraging opgelopen, we kunnen immers niet in grote groepen gaan testen. Gelukkig zijn de scholen weer open, dat scheelt enorm.’
‘Vorig jaar hebben we besloten dat we ook naar de consumentenmarkt willen, daar hebben we ook een businessplan voor geschreven. We zitten nu middenin het proces business to consumer, dat is echt een uitdaging. Het huidige product dat we hebben is namelijk veel te duur voor de consumentenmarkt. Vergelijk het met een Tesla - niet dat we ons vergelijken met zo’n auto, maar het ontwikkelmodel is een beetje hetzelfde. Zij zijn begonnen met een heel dure auto die alles kon en aan een kleine groep mensen werd verkocht. Toen dat eenmaal goed liep, konden zij de kostprijs omlaag brengen, waardoor een Tesla voor meerdere mensen betaalbaar werd. Dat geldt voor ons ook. Het eerste apparaat is heel duur door de lage oplage en de ontwikkelingskosten. We hebben in de eerste batch best wel weinig Picoo’s gemaakt. De regel is: hoe meer je ervan maakt, hoe lager de prijs wordt.’
‘Begin dit jaar hebben we een kleine fundingronde gedaan op Leapfunder waarbij particulieren en investeerders kunnen investeren in een bedrijf. We zijn afgelopen dinsdag gelanceerd op Indiegogo, om de Picoo in kleine setjes voor de thuismarkt de kunnen verkopen. Daar kunnen we de Picoo goedkoper aanbieden dan hij straks op de markt is. Mensen betalen daar nu alvast voor, maar moeten daar wel een aantal maanden op wachten. Zij krijgen het dan wel met korting. Het is dus echt een ‘feelgoodinvestering’, waarbij mensen ons helpen om op te starten. We zijn nu al bijna op de helft van ons doelbedrag. Het zou tof zijn als we meer mensen aan ons kunnen binden.’
Wat moeten mensen met een vergelijkbaar innovatief idee doen om dit ook te bereiken?
‘Volhouden! Er komen veel tegenslagen aan, dat hoort nou eenmaal bij een innovatieproject. Niet opgeven is dus echt mijn advies, en je moet natuurlijk zelf in je eigen product geloven. Het idee moet passen bij het probleem dat zich afspeelt. Blijf ook kritisch op je eigen idee. Wat je belooft moet je waar kunnen maken. Daarnaast is het raadzaam om overal genoeg verstand van te hebben. Niet dat je overal expert in hoeft te zijn, maar kennis en hulp van buitenaf kan daarbij handig zijn. Een challenge helpt enorm in het proces, dus ik geef als tip mee om challenges goed door te lezen en duidelijk uit te werken. Daar staan zeer bruikbare tips in.’